Tips & tricks: PhotoShop

PhotoShop: Corrigeer kleuren (deel 1): Hoe werkt RGB?

Wat doe je als je foto een kleurzweem heeft?

Daarover gaat deze serie van 3 tips. Hoe weet je dat een kleur foutief is? Door RGB waarden te vergelijken met zogenaamde referentiewaarden.

In deel 1 heb je gezien hoe kleuren corresponderen met RGB waarden. Je gaat nu zien hoe je dat kunt gebruiken voor het controleren van kleuren in je foto’s.

RGB en kleurcodering van digitale beelden

De meeste digitale beelden zijn tegenwoordig in RGB gecodeerd. Camera’s registreren in RGB, scanners leveren een RGB bestand af, je monitor werkt in RGB.

RGB is een afkorting van Rood-Groen-Blauw. Simpel gezegd komt het erop neer dat alle kleuren (en ook alle grijstinten) uit de 3 componenten rood, groen en blauw zijn opgebouwd. Iedere kleur die we kunnen zien kan op deze manier samengesteld worden.

Om RGB codering te kunnen begrijpen is het belangrijk je te realiseren dat het een codering is voor licht. Denk maar aan drie lichtbundels, rood, groen en blauw, die samen een scherm verlichten. Door elk van de bundels in intensiteit te variëren krijgen we verschillende kleuren op het scherm. De waarden voor R, G en B corresponderen met de kracht van de lichtbundel: hoe hoger hoe meer licht.

Dat betekent dat de basisregel is: hoe hoger de waarden van R, G en B, hoe lichter de kleur.
Aangezien we meestal te maken hebben met computerbestanden gecodeerd in 8-bit (wat dat precies betekent is hier niet zo belangrijk), liggen de mogelijke waarden van R, G en B elk tussen 0 en 255.

0 betekent: lichtbundel uit.
255 betekent: lichtbundel maximaal.

En wat als we R, G en B gaan combineren?

De simpelste combinaties zijn 0,0,0 (alles uit) wat zwart oplevert, en 255,255,255 (alles maximaal) wat wit oplevert.

Een mooie eigenschap van de RGB kleurcodering is dat de drie componenten gelijkwaardig zijn. Hebben we drie identieke waarden dan is het resultaat altijd neutraal, dus wit, grijs of zwart.

10,10,10 is heel donkergrijs (bijna zwart), 128,128,128 is middelgrijs en 200,200,200 is lichtgrijs.

Het omgekeerde is ook waar. Als de 3 waarden niet identiek zijn hebben we geen neutrale kleur. Zouden we bv. uitgaan van 128,128,128 (middelgrijs) en de rood waarde verhogen, bv. naar 150, dan krijgt het grijs een rode tint. Verhogen we het groen dan schemert groen door, en verhogen we blauw dan wordt het blauwgrijs.

Interessant is ook om te kijken naar de elementaire kleuren. Dat zijn kleuren waarbij sommige componenten 0 zijn en andere 255.  Voor de hand liggend zijn combinaties waarbij één kleur maximaal is. We krijgen dan maximaal d.w.z. puur rood, groen of blauw.

Maar wat als we twee componenten mengen?
Het verrassende is dat we dan de kleuren van printerinkt krijgen.

  • De combinatie 0,255,255 (groen met blauw) geeft cyaan.
  • De combinatie 255,0,255 (rood met blauw) geeft magenta.
  • De combinatie 255,255,0 (rood met groen) geeft geel.

De moeilijkere combinaties

Tot zover de eenvoudige voorbeelden. Natuurlijk komen deze elementaire waarden zelden voor in foto’s. Meestal heb je te maken met een kleur die een beetje grijsgroen is, of flets oranjegeel, of donkerlila. Wat voor RGB waarden horen daarbij? Kunnen we daar uitspraken over doen of hebben we geen idee?

En andersom, gegeven een combinatie van RGB getallen, kunnen we dan ongeveer bepalen welke kleur dat ongeveer moet zijn?

Het antwoord op die vragen is: ja, we kunnen ongeveer de relatie tussen RGB waarden en kleuren aangeven. Natuurlijk niet precies, maar wel ongeveer, en daar gaat het nu om.

De belangrijkste vraag voor RGB drietallen luidt: in welke volgorde van hoog naar laag kun je ze zetten?

  • Is R de hoogste, dan zal de kleur een rood- of bruinachtige tint hebben, met als belangrijkste variaties: oranje, roze, beige en bruin.
  • Is G de hoogste, dan hebben we een groentint, variërend van geelgroen tot blauwgroen.
  • Is B de hoogste, dan krijgen we een blauwtint, maar kan ook cyaan of paars zijn.

De een na hoogste waarde bepaalt aan welke kant van de primaire kleur we zitten. Heeft G de hoogste waarde en is R tweede? Dan zitten we aan de gele kant van groen. Is B echter tweede, dan zitten we aan de blauwe kant van groen.

De laagste van de drie draagt weinig bij aan de kleurtoon maar wel aan de verzadiging. Immers, is deze relatief hoog en zit dus niet ver onder de andere twee, dan liggen de waarden dicht bij elkaar en zitten we dicht bij een grijstint. Met andere woorden: een weinig verzadigde, fletse kleur. Is de laagste component echter ver onder de andere, dan hebben we te maken met een meer verzadigde, pure kleur.

Meer PhotoShop-tips

Overzicht van alle PhotoShop-tips

ECT BVBA - Oosterveldlaan 211 (2610 Wilrijk) - Tel: +32 (0)3 239 54 67 -

Erkenningsnummer KMO-Portefeuille: DV.O100387

BTW-nummer: BE 0456.352.435