Tips & tricks: PhotoShop

PhotoShop: Corrigeer kleuren (deel 2): Wat is de juiste kleur?

Wat doe je als je foto een kleurzweem heeft?

Daarover gaat deze serie van 3 tips. Hoe weet je dat een kleur foutief is? Door RGB waarden te vergelijken met zogenaamde referentiewaarden.

In deel 1 heb je gezien hoe kleuren corresponderen met RGB waarden. Je gaat nu zien hoe je dat kunt gebruiken voor het controleren van kleuren in je foto’s.

Wat is een kleurzweem en hoe ontstaat die?

Heel simpel gezegd: een kleurzweem in een foto is een afwijking van de gewenste kleur. Zouden we een witte muur fotograferen, en deze is gelig op een foto (terwijl we toch echt wit verwachten) dan is er sprake van een zweem.

De vraag is natuurlijk hoe een witte muur op een foto geel kan worden. Dat is iets ingewikkelder. Een witte muur kunnen we zien omdat er licht op valt. Dat kan zonlicht zijn, of een lamp, of de maan, of een andere lichtbron. Hoewel de muur wit is, kan hij door een lamp geel verlicht worden. In feite nemen we dan een gele muur waar, maar het bijzondere is dat ons brein de gele kleur van het lamplicht automatisch corrigeert. We ‘zien’ de muur dus nog steeds als wit. Zien we de muur op een foto echter geel, dan vindt deze automatische correctie niet (of veel minder) plaats, omdat de zweem dan alleen in de foto zit en niet in de omgeving.

Gelukkig kan een digitale camera een automatische of handmatige correctie voor kleurzweem toepassen. (Bij analoge camera’s had je hiervoor filters of speciale rolletjes nodig.) Die functie heet ‘witbalans’. Maar ja, er gaat bij het instellen van witbalans natuurlijk wel eens iets fout. De automatische witbalans kan een scène verkeerd corrigeren, of de fotograaf kan per ongeluk een foutieve witbalans instellen.

Gevolg: een kleurzweem.

Originele foto

Beter van kleur of niet?

Hierboven zie je dezelfde foto als eerder, met daaronder een versie die op kleur gecorrigeerd is. Zie je verschil? En de belangrijkste vraag, welke versie vind je beter?

2. Hoe herkennen we een zweem?

Om een zweem te herkennen gaan we RGB waarden uit een foto vergelijken met zgn. referentiewaarden. Uiteraard kunnen we niet exact weten wat de juiste RGB waarden moeten zijn, maar vaak weten we wel ongeveer hun verhouding. Anders gezegd (denk ook even terug aan het tabelletje onderaan deel 1): we weten de volgorde van de R, G en B waarden.

Het meest voor de hand liggende voorbeeld hiervan is iets neutraals in de foto. Een wit overhemd, een zwarte camera, grijze rots, asfalt, enzovoort. Streven we naar accurate kleur, dan zullen R, G en B gelijk of bijna gelijk moeten zijn. Wijken ze significant van elkaar af, dan is dat zeker een indicatie voor een zweem.

Maar er zijn meer elementen waar we naar kunnen kijken. Ik heb ze hieronder op een rijtje gezet.

3. Wat kunnen we gebruiken als referentiewaarden?

  • Alles wat neutraal is (wit, grijs of zwart): R = G = B.
    Helemaal exact hoeft het niet te kloppen, maar een grote afwijking is in de regel niet goed.
  • Een blauwe lucht (niet bij een lage zon!): B > G > R.
    In mijn ervaring liggen de drie waarden ongeveer evenver van elkaar af, maar dat is geen regel. Zit G dichtbij B dan kan de kleur te groenig zijn, zit G dichtbij R dan is de lucht erg diepblauw. Beide situaties kunnen een aanwijzing zijn voor een zweem, maar dat hoeft niet per sé.
  • Wolken: de lichtste zijn wit, donkere wolken nemen iets van de kleur van de lucht over, d.w.z. B > G > R.



  • Gras en bladeren: G > R > B.
    Groen uit de natuur is vrijwel altijd aan de gele kant van groen, nooit aan de blauwe. Hoe geliger het blad, hoe dichter G en R bij elkaar liggen.
  • Hout: R > G > B.
    Bruin is een variant van oranjerood, maar dan minder verzadigd. Dood hout gaat naar grijs toe, maar zal nooit groen of blauw worden.



  • Huidskleur: R > G > B.
    Deze is belangrijk, want afwijkingen in huidskleur vallen gauw op. Zit G dichtbij R dan krijgt de huid een gelige tint. Zit G dichtbij B dan wordt het te rood. Zitten de drie waarden te dicht bij elkaar, dan is de huid grijzig.



  • Dierenvachten: R > G > B.
    Dierenvacht heeft vaak ook een beige of bruine tint. Maar hierop bestaan veel uitzonderingen, denk aan dieren met een witte of zwarte pels, en felgekleurde dieren zoals vogels en amfibieën. Een witte of zwarte vacht zou neutraal moeten zijn, maar blijkt vaak toch een heel licht beige of heel donkerbruine tint te hebben. Wit of zwart aan de blauwe of groene kant is heel onwaarschijnlijk.

Bovenstaande vuistregels komen niet toevallig bijna allemaal uit de natuur. Wat door mensen gemaakt is, valt veel lastiger in regeltjes te vatten. Maar een paar kan ik er wel geven:

  • Baksteen heeft in het algemeen een bruine tint, d.w.z. R > G > B.
    Dit geldt vooral bij oudere gebouwen.



  • De meeste metalen zijn grijs, d.w.z. R = G = B.
    Maar let op dat metaal vaak reflecterend is en dus in een foto iedere kleur kan hebben. Goud is uiteraard warm geel, dus R > G > B met B veel kleiner dan R en G.
  • Papier is vaak wit, dus neutraal, maar karton heeft meestal weer een bruinige tint.

Bovenstaande regels zijn niet waterdicht. Je kunt geen foto op RGB waarden alleen corrigeren, er gaat altijd een artistiek oordeel overheen. Je eigen ogen hebben het laatste woord.
Maar als eerste hulpmiddel om een kleurzweem op te sporen is een controle van RGB waarden zeer effectief.

Meer PhotoShop-tips

Overzicht van alle PhotoShop-tips

ECT BVBA - Oosterveldlaan 211 (2610 Wilrijk) - Tel: +32 (0)3 239 54 67 -

Erkenningsnummer KMO-Portefeuille: DV.O100387

BTW-nummer: BE 0456.352.435